Het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West heeft staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V) uitgenodigd voor een rondleiding. De wijk kampte 20 jaar geleden met jongerenrellen en startte toen een project met buurtvaders. Dat wil Debaets nu ook in Brussel.
In november kwam het in twee weken tijd drie keer tot rellen met jongeren in Brussel. Na de laatste rellen aan de Louizalaan kreeg Bianca Debaets (CD&V) een bericht uit Amsterdam. Niet via e-mail of telefoon, maar via Facebook nam een Nederlandse stadsdeelvoorzitter contact op met de Brusselse staatssecretaris. Dat ze maar even moest komen kijken in Nieuw-West, stond er. "We hebben hier exact hetzelfde meegemaakt als jullie in Brussel. Maar dat is lang verleden tijd", stuurde Achmed Baâdoud haar.
Als België in april 1998 in de ban is van de ontsnapping van Marc Dutroux, zijn in Nederland alle ogen gericht op het August Allebéplein in Amsterdam. Zo'n 150 jongeren staan er tegenover de politie. De ene kant gooit stenen, de ander haalt de politieknuppels boven. De aanleiding was de arrestatie van een jonge Marokkaan, maar onderliggend sudderde het al langer.
Destijds zat Achmed Baâdoud nog niet in de politiek, maar ondertussen is hij toch al zeven jaar stadsdeelvoorzitter van Nieuw-West, een multiculturele wijk met 154.000 inwoners en 165 talen. In Brussel mag je je dan burgemeester noemen.
Sfeer en imago
Terwijl Baâdoud in zijn kantoor aan staatssecretaris Debaetsvertelt over de rellen van '98 steekt hij met gevoel voor dramatiek zijn bekertje water in de lucht. "Ik ben nog brandweerman geweest", zegt hij, terwijl hij zachtjes het water walst. "Elke brand is te blussen met één bekertje water. Tenminste als je snel genoeg begint te blussen." Brussel pakt de jongeren met andere woorden te laat aan, als er winkelruiten zijn gesneuveld en gewonden gevallen.
In 1998 was het bekertje water van de beleidsmakers in Nieuw-West een project met buurtvaders: bewoners uit de wijk, die respect genieten bij de jongeren en een oogje in het zeil houden.
Een jaar later, in 1999, maken negen Marokkaanse vaders voor de eerste keer 's avonds een rondje in de wijk rond het August Allebéplein. Kort erna melden zich nog een twintigtal vaders. Ze willen de sfeer in de buurt verbeteren, net als het imago van hun stadsdeel.
Debaets wil zo'n buurtvaderproject in Brussel opstarten. De komende twee jaar geeft ze daarvoor 120.000 euro aan vzw D'Broej. De organisatie is bekend van haar jeugdwerking in acht wijken met vooral een kansarme populatie. Het buurtvaderproject zal lopen in drie buurten: Brussel-centrum, sociale woonwijk Peterbos in Anderlecht en Zwarte Vijvers in Molenbeek.
"Er is de jongste jaren veel geïnvesteerd in moeders, omdat die doelgroep eenvoudiger te bereiken is", zegt Inge Loodsteen van D'Broej. "Maar er is een grote nood om met de vaders aan de slag te gaan. Vaak zijn ze werkloos, en in het huishouden krijgen ze evenmin een rol. Ze voelen zich nutteloos."
"Vrouwenemancipatie kan niet zonder mannenemancipatie", zegt Baâdoud.
D'Broej wil de buurtvaders een gevoel van eigenwaarde geven, doordat ze zich engageren in de wijk, op evenementen of in jeugdhuizen. Door de ouders sterker te maken, moeten ook de jongeren erop vooruitgaan.
"In Nieuw-West heeft het gewerkt", zegt Baâdoud. Had in 1998 het stadsdeel 22 groepen van zogenaamd 'overlastgevende jongeren', dan zijn dat er nu nog 4.
Dat is niet enkel de verdienste van het buurtvaderproject. Baâdoud beklemtoont ook de samenwerking met lokale ondernemers. Die moeten bijvoorbeeld in ruil voor hun bouwproject of stadsvernieuwing enkele jongeren in dienst nemen.
Hij neemt Debaets ook mee naar een van de zeven Huizen van de Wijk in zijn stadsdeel, multifunctionele broedplaatsen waar bewoners met verschillende achtergronden samenkomen. Zo zijn er ruimtes waar overdag kunstenaars hun atelier in houden en 's avonds jongeren komen sporten. "Uiteraard heb ik ook hangjongeren", zegt Baâdoud. "Maar op een van die pleintjes hebben we nu toestellen
gezet om parkour te doen. Nu kunnen ze hangen met een meerwaarde."
Onderweg lopen we twee jongeren in uniform tegen het lijf. Ze studeren beveiliging en lopen stage bij de politie. Ook dat is een van de projecten waar Baâdoud op inzet.
"Is er een kant-en-klare oplossing? Ja, neem jongeren in stage en laat agenten met hen zichtbaar op straat rondlopen", zegt Baâdoud. "De agent en de jongere zullen allebei van elkaar leren, net als de jongeren op straat, die ontdekken dat ook iemand met hun achtergrond bij de politie kan horen."
Diversiteit is volgens Baâdoud geen probleem in Nieuw-West, terwijl het Brusselse korps nog erg wit kleurt. Slechts een op de tien Brusselse agenten woont ook zelf in de hoofdstad. Debaets pleitte eerder daarom al voor een eigen aanwervingsbeleid bij de Brusselse politie.
Is het dan enkel rozengeur en maneschijn in Nieuw-West? Allerminst. Tussen zijn goednieuwsshow door laat Baâdoud ruimte voor realiteitszin. Zo is er de hoge jeugdwerkloosheid in zijn stadsdeel. En vier jaar geleden is er nog een politiecombi in brand gestoken, nota bene voor
het politiekantoor op het August Allebéplein, dat daar is gebouwd na de rellen van 1998.
Chauvinisme
Toch is het op het August Allebéplein ondertussen aangenaam vertoeven. Bewoners hebben hun buurt er enkel op vooruit zien gaan.
"Het is zoveel netter geworden", zegt Fatima Kaddour, een twintiger die hier is opgegroeid. "Er is een nieuwe generatie jongeren die studeert en kracht haalt uit het geloof. De moskee heeft een goede invloed op hen. Bovendien zijn er koopwoningen bijgekomen, waardoor er toch meer autochtone Nederlanders zijn."
Dat zegt ook Erhan Aydemir, die een druk bezocht kapsalon uitbaat op het Allebéplein. "Er is een grotere mix. Ik krijg zelfs heel wat studenten over de vloer tegenwoordig door een studentenflat."
Aan het plein is nog een ander gloednieuw flatgebouw opgetrokken, met 500 woningen die gereserveerd zijn voor jongeren die net een eerste job hebben. Voor 550 euro kunnen ze er huren, wat een spotprijsje is in Amsterdam, met het openbaar vervoer op een kwartier van het centrum.
"Het gaat erom datwe enerzijds duidelijke grenzen stellen aan jongeren, maar hen tegelijkertijd een heel helder perspectief bieden op de korte termijn", zegt Baâdoud.
"Het valt me op hoe iedereen zich hier met trots Amsterdammer voelt", zegt staatssecretaris Debaets. "Dat soort chauvinisme zouden wij in Brussel ook kunnen gebruiken. Ik ben er zeker van dat jongeren geen vernielingen aanbrengen als ze trots zijn op die buurt."
Aan de overkant van het plein wandelen twee fluovestjes voorbij. 'Gastheer', staat op hun rug geschreven. Het project met de buurtvaders is enkele jaren geleden vervangen door Gastheren en Gastvrouwen. "We wilden vrouwen niet uitsluiten", zegt Baâdoud. "Daarom was een naamsverandering nodig."
De oudste Gastheer op het Allebéplein, Freddy Beltz, stapt resoluut af op enkele tieners die over het verkeersvrije plein willen fietsen. "Heren!", zegt hij. Meer is er niet nodig om hen te doen afstappen. "Je moet het met een kwinkslag doen", zegt Beltz. "We zijn een tussenstap tussen bewoners en politie, maar we hebben geen bevoegdheden. Dat vind ik een goede zaak. Je wilt niet dat ze denken: daar is die boeteschrijver weer."
Borgerhout
De Gastheren in Amsterdam doen toch vooral denken aan wat bij ons een stadswacht doet. Maar dichter bij huis zijn er nog echte buurtvaders te vinden. In 2014 startte Samen op Straat, een initiatief van Samenlevingsopbouw, met buurtvaders in Borgerhout. De directe aanleiding was de uit de hand gelopen manifestatie van Sharia4Belgium aan de Drink twee jaar eerder.
"Toen beseften we dat er iets moest gebeuren", zegt Ali El Moussaoui van Samen op Straat. "Sindsdien hebben we twaalf buurtvaders tussen 25 en 50 jaar die een bekend gezicht zijn in de buurt en er het nodige respect genieten."
De buurtvaders houden een oogje in het zeil, spreken jongeren aan op overlastgedrag en bouwen een vertrouwensrelatie op. Ook bij confrontaties tussen de politie en de buurtbewoners, zoals recent nog in Borgerhout, treden ze op als sleutelfiguren.
Of het rellen kan voorkomen, valt onmogelijk te meten. Ook Borgerhout kwam laatst negatief in het nieuws, met een opstootje tussen bewoners en demonstranten van PKK. Maar volgens El Moussaoui maken de buurtvaders sowieso een verschil.
"Het is een manier om een minimum aan sociale controle te hebben en tegelijkertijd ook een gesprek aan te gaan met de jongeren over hun noden en bekommernissen", zegt El Moussaoui.
De buurtvaders maken er deel uit van een bredere werking waarin jongeren verantwoordelijkheden en vertrouwen krijgen, maar de buurtwerking ook naar hen luistert en er samen met hen iets aan probeert te doen. Dat is ook hoe D'Broej het in Brussel ziet.
"Het gaat om het erkennen van hun sterktes, zodat ze een invulling kunnen geven aan burgerschap en een voorbeeld zijn voor jongeren", zegt Loodsteen. Maar de algemeen coördinator van D'Broej betwijfelt of dit dé zaligmakende oplossing is die rellen zoals in november kan voorkomen.
"Er was daar een breed scala aan jongeren bij betrokken, zelfs van buiten Brussel blijkbaar, maar er zit zeker ook een deel bij waar niemand vat op heeft", zegt Loodsteen. "Ze gaan niet naar school of naar een job, vallen buiten de jeugdhuiswerking en staan niet in contact met het straathoekwerk. Die jongeren zullen we toch ook moeten bereiken."
DE MORGEN
BRUNO STRUYS â–