.png)
Het aantal gerapporteerde ongevallen met fietsers is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de periode 2011-2019 met maar liefst 123% toegenomen, zo blijkt uit cijfers die Bianca Debaets (CD&V) opvroeg bij Minister van Mobiliteit en Verkeersveiligheid Elke Van den Brandt. In de eerste negen maanden van 2020 bleek bovendien dat in 72% van de ongevallen met fietsslachtoffers ook een personenwagen of ander gemotoriseerd voertuig betrokken was. In 21 gevallen ging het zelfs om een voertuig van de MIVB, TEC of De Lijn. “We hebben nog een lange weg af te leggen als we een Gewest met nul verkeersdoden willen worden”, aldus Debaets.
Uit een analyse die gevoerd werd door onder meer de Vrije Universiteit Brussel en UGent bleek in de zomer van 2020 nog dat in 83% van de fietsongevallen geen enkel gemotoriseerd voertuig betrokken is, maar in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertellen de cijfers een ander verhaal. In de eerste negen maanden van 2020 was immers bij 72% van de ongevallen met fietsslachtoffers immers ook sprake van een betrokken gemotoriseerd voertuig. “In 22% van de gevallen waren de fietser in kwestie of meerdere fietsers betrokken, bij de overige 6% ging het voornamelijk om ongevallen met voetgangers”, duidt Debaets. “Mogelijk is dat beeld wel wat vertekend omdat niet iedereen melding maakt van een ongeval waar geen andere partijen bij betrokken waren of die niet al te ernstig zijn, maar het verschil in cijfers is toch significant.”
In de periode 2011-2019 is het totale aantal ongevallen met fietsers met maar liefst 123% gestegen, een neveneffect van de belangrijke rol die de fiets gekregen heeft in de hoofdstad. In dezelfde periode steeg het aantal fietsslachtoffers, ongeacht de ernst van het ongeval, met 114% en met 84% voor de doden binnen 30 dagen en zwaargewonden.
“Steeds meer mensen kiezen voor de fiets in plaats van de wagen en dat is natuurlijk positief, maar de infrastructuur is helaas nog niet helemaal aangepast aan deze explosie”, gaat Debaets verder. “Nieuwe fietsers worden soms overweldigd door de drukke stedelijke omgeving, dus naast de nodige infrastructuuraanpassingen zijn vorming en sensibilisering ook erg belangrijk voor fietsers en andere weggebruikers.”
Kwart van alle ongevallen op Ongevalgevoelige Zones
Zowat een kwart van alle verkeersongevallen met fietsers tijdens de eerste drie trimesters van afgelopen jaar vond plaats in een van de Ongevalgevoelige Zones. Ook op de nieuwe fietsinfrastructuur die werd aangelegd tijdens de coronacrisis gebeurden nog verschillende ongevallen. “Minister Van den Brandt stelde dat er geen stijging merkbaar is, maar dat is een verraderlijke statistiek”, waarschuwt Debaets. “In het kader van de inspanningen die werden geleverd zouden die cijfers net gedaald moeten zijn. Op hetzelfde aantal ongevallen blijven trappelen is dus verre van goed nieuws. De ambitie om een Gewest met nul verkeersdoden te worden is loofwaardig, maar we hebben wel nog een hele weg af te leggen.”
Bij 21 geregistreerde ongevallen zowel een fietser als een voertuig van het openbaar vervoer (MIVB, De Lijn of TEC) betrokken. Uit de statistieken viel echter niet af te leiden wie hierbij in fout was.